Heupdysplasie
Heupdysplasie is een redelijk veel voorkomende (soms) genetische aandoening die voorkomt bij honden, waaronder Saarlooswolfhonden. Het wordt gekenmerkt door de abnormale vorming van het heupgewricht, wat kan leiden tot artrose en chronische pijn.
De tekenen en symptomen van heupdysplasie kunnen variëren afhankelijk van de ernst van de aandoening. In milde gevallen kunnen honden geen tekenen van de aandoening vertonen. In matige tot ernstige gevallen kunnen honden tekenen vertonen als stijfheid, moeite met opstaan, onwil om trappen op te lopen of te springen, en een “bunny hopping” gang.
Heupdysplasie kan worden vastgesteld door lichamelijk onderzoek, röntgenfoto’s en andere beeldvormende tests. De behandeling bestaat uit gewichtsbeheersing, lichaamsbeweging en fysiotherapie, maar ook uit medicijnen tegen pijn en ontsteking. In ernstige gevallen kan een operatie nodig zijn om de afwijking van het heupgewricht te corrigeren.
Het is belangrijk voor eigenaren van Saarlooswolfhonden om zich bewust te zijn van de tekenen en symptomen van heupdysplasie, en om hun honden door een dierenarts te laten beoordelen als ze de aandoening vermoeden. Verantwoorde fokpraktijken, zoals genetische tests en het fokken van alleen heupdysplasie-vrije honden, kunnen helpen de incidentie van heupdysplasie bij Saarlooswolfhonden te verminderen.
Beoordeling
Heupdysplasie is een veel voorkomende genetische aandoening bij honden, ook in Nederland. Om de ernst van de aandoening te beoordelen en weloverwogen fokbeslissingen te nemen, worden honden in Nederland door de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland beoordeeld op heupdysplasie.
De Raad van Beheer gebruikt een beoordelingssysteem dat loopt van A (normaal) tot E (ernstig). Honden met een A of B beoordeling worden geacht normale heupen te hebben, terwijl honden met een C, D of E beoordeling worden geacht heupdysplasie te hebben.
Het beoordelingssysteem is gebaseerd op een combinatie van factoren, waaronder de heupconformatie van de hond, de mate van laksheid in het gewricht en de aanwezigheid van artritis of andere degeneratieve veranderingen. Er worden röntgenfoto’s gemaakt van de heupen van de hond in een specifieke positie, die door een onafhankelijk panel van deskundigen worden beoordeeld om een uitslag toe te kennen.
Saarlooswolfhonden met het cijfer C, D of E mogen niet voor de fok worden gebruikt, om te voorkomen dat de aandoening op volgende generaties wordt overgedragen. Dit helpt de incidentie van heupdysplasie in Nederland (en erbuiten) te verminderen.
Het is belangrijk dat hondeneigenaren in Nederland op de hoogte zijn van het classificatiesysteem en hun honden laten beoordelen door de Raad van Beheer als zij overwegen te fokken. Verantwoorde fokpraktijken, zoals het gebruik van alleen honden die voor heupdysplasie A of B zijn ingedeeld, kunnen helpen de incidentie van de aandoening in toekomstige generaties te verminderen.
De Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland (Nederlandse Kennel Club) gebruikt een classificatiesysteem dat loopt van A (normaal) tot E (ernstig) om de ernst van de aandoening te beoordelen en weloverwogen fokbeslissingen te nemen. Honden met een A of B beoordeling worden geacht normale heupen te hebben, terwijl honden met een C, D of E beoordeling worden geacht heupdysplasie te hebben en niet gebruikt mogen worden voor de fok. Dit helpt de incidentie van heupdysplasie in Nederland te verminderen.